
Kan verplaatsing energiestation doorgaan?
AlgemeenBRUMMEN – Mag Gerhard Nijenhuis zo snel mogelijk beginnen met de bouw van een energiestation aan de Kwazenboschweg in Brummen of moet hij wachten tot de Raad van State de bezwaren tegen het plan zijn behandeld. Over die vraag buigt de Raad van State zich op dit ogenblik.
De biologische boerderij De Meander, de Stichting Hogenenk en de Stichting het Anker hebben nadat de gemeenteraad een besluit had genomen over het bestemmingsplan bij het hoogste rechtscollege beroep aangetekend. Tevens is een verzoek ingediend om in afwachting van behandeling van dat beroepschrift het bestemmingsplan te schorsen. Ze willen voorkomen dat onomkeerbare ontwikkelingen plaatsvinden.
Dinsdag stonden de stichtingen, de ontwikkelaar van het plan en de gemeente Brummen tegenover staatsraad mr. E. Steendijk. Daar moesten ze uitleggen waarom het wel of geen goed plan is om aan de rand van Brummen, pal naast de gronden van de biologische boerderij, een tankstation te vestigen.
Niet ontvankelijk
Maar voordat betrokkenen aan die uitleg toekwamen, vroeg de advocaat van planontwikkelaar Nijenhuis, mevrouw De Groot, de beroepschriften niet ontvankelijk te verklaren. Ze zouden te laat zijn ingediend. De juriste verwees naar een tweetal publicaties van de gemeente Brummen. Op 10 juli heeft de gemeente Brummen het besluit van de gemeente bekendgemaakt. In die publicatie stond tot voor de eerste maak dat de crisis- en herstelwet van toepassing was. Dat zou betekenen dat binnen zes weken alle bezwaren bij de Raad van State op tafel moeten liggen. Zowel gemeenteraadsleden als belanghebbenden waren verrast. In het door de raad genomen besluit stond dat immers niet.
Verantwoordelijk wethouder Pouwel Inberg liet nog eens zorgvuldig naar de juridische gevolgen kijken. Op basis van dat onderzoek concludeerde het college dat een rectificatie van de publicatie nodig was. Het is volgens het college namelijk twijfelachtig of het plan, bouwen van een energiestation en op de plek van het oude tankstation vervolgens appartementen, wel onder die wet valt. Op 21 juli volgde de rectificatie en binnen zes weken na die datum lag het verzoek tot schorsing en het beroepschrift in de Haagse brievenbus van de Raad van State. “Te laat,” aldus de advocaat van de ontwikkelaar.
Veel vragen
Staatsraad Steendijk liet zich niet verleiden tot een snel oordeel over de ontvankelijkheid. Zij wilde graag antwoord op een groot aantal vragen. Waarom had de ontwikkelaar nu zoveel haast? Hij was toch al ruim tien jaar bezig en was het plan nu al klaar, zodat hij kon beginnen? Antwoorden bleven vaag. “Er worden nu onderzoeken gedaan en de laatste hand gelegd aan de aanvraag voor de omgevingsvergunning,” aldus Nijenhuis. “En,” voegde zijn advocaat daaraan toe, “als het tankstation gereed is, kan met de bouw van appartementen worden begonnen. Woningbouw is een groot maatschappelijk belang. Daar willen we ook zo snel mogelijk mee beginnen.”
Industrieterrein
“Kan het tankstation niet beter op een industrieterrein gevestigd worden? Of misschien op een meubelboulevard of nabij een winkelcentrum,” suggereerde staatsraad Steenbeek. De woordvoerder van de Stichting Hogenenk vindt van wel: “Zo’n tankstation past niet in dit groene enklandschap. Het is het foerageergebied voor de beschermde steen- en kerkuil. De hoge hagen bieden hen bescherming en we vrezen dat die straks zullen verdwijnen en daarmee ook de uilen.”
De woordvoerder van de gemeente zegt wel te hebben gezocht naar een andere locatie, maar die is in Brummen niet te vinden.
De Raad van State doet over ongeveer veertien dagen uitspraak.