Brummen ijvert voor meer kwaliteitstoerisme

GEMEENTE BRUMMEN - Toerisme biedt voordelen. Het zorgt voor werkgelegenheid. De levendigheid is erbij gebaat. Het helpt voorzieningen als winkels in de been te houden. En genereert geld om bijvoorbeeld monumenten in stand te houden. Dus streeft Brummen naar meer toerisme. Kwaliteitstoerisme wel te verstaan. Wethouder Steven van de Graaf en beleidsambtenaar RémonRidder leggen uit hoe het zit.

Op het eerste gezicht doet Brummen het wat toerisme betreft niet verkeerd. Voorbeeld: er zijn jaarlijks zo’n 550.000 overnachtingen binnen de gemeentegrenzen. Maar de schijn bedriegt, zeggen Van de Graaf en Ridder: “Een groot getal, maar de kwestie is dat 80 procent van deze overnachtingen plaats heeft in bungalowpark Landal Coldenhove. Die mensen zien we te weinig in Brummen terug. Voor hun dagbesteding gaan ze Burgers Dierenpark, de Julianatoren ofApenheul. Waar ze dan per persoon per dag gemiddeld 35 euro uitgeven. Het zou mooi zijn als we die mensen zouden kunnen verlokken meer tijd door te brengen in Brummen. Maar dan moeten we ook iets bieden. Want eerlijk is eerlijk: Brummen is een prachtige gemeente, maar wat kun je er doen behalve fietsen en wandelen door het prachtige landschap? “

Er liggen kansen. Brummen ligt immers op de Veluwe. En dat is de grootste vakantiebestemming van Nederland. Daarbij is het denken over wat toerisme zou moeten zijn gekanteld. ‘Hoe meer toeristen, hoe beter het is’, geldt niet meer. Amsterdam en Giethoorn zijn er inmiddels achter dat de kolossale toestroom van bezoekers zo langzamerhand verstikkend werkt en allerlei vervelende randverschijnselen met zich meebrengt. En feitelijk geldt dat ook voor de Veluwe waar de toeristische druk op sommige plekken zorgt voor een disbalans met kwetsbare natuur.

Ridder en Van de Graaf: “Een betere spreiding van toerisme is daarvoor een oplossing. Neem de Posbank. Op dat unieke natuurgebied komen zoveel mensen af dat de druk aan de Rhedense kant op momenten veel groot is geworden. De capaciteit aan parkeerplaatsen en voorzieningen is inmiddels volstrekt onvoldoende. De gemeente Rheden wil juist graag minder bezoekers. Daar zou Eerbeek een rol kunnen spelen. De stationsomgeving bijvoorbeeld zou een heel geschikt vertrekpunt kunnen worden voor een bezoek aan de Posbank. Ligt maar op drie km meer fietsen dan De Steeg. Door -samen met ook private partijen- te zorgen goede voorzieningen, het opwaarderen van de Eerbeeksebeek en de omgeving wordt het voor toeristen een aantrekkelijk startpunt. Door een duidelijke verbinding te leggen met het centrum kun je ervoor zorgen dat meer mensen dat ook bezoeken. Vervolgens daar wat inkopen doen, een biertje drinken, een maaltijd gebruiken. Het mooie is dat Rheden het plan daarvoor ook al bij de provincie heeft bepleit.”

Ook voor het dorp Brummen liggen er kansen. De ruimte, landschappelijk schoon, landgoederen en de uiterwaarden bieden voor wandelaars en fietsers vele recreatieve mogelijkheden. Maar ook kan het beter. Zo zou het aanbod en variëteit aan verblijfsaccommodaties groter kunnen. De gemeente wil dat graag faciliteren. Gewerkt wordt aan uitbreiding van het aanbod. Zo is een nieuw klompenpad in de omgeving van Cortenoever/Voorstonden in voorbereiding. Een bewegwijzeringssysteem voor de wandelpaden analoog aan het fietsknooppunten netwerk eveneens.

De gemeente werkt intussen samen met toeristische ondernemers en de ondernemersverenigingen in Brummen en Eerbeek gestaag door om het toeristisch beleid een solide basis te geven. Niet alleen met daadwerkelijke projecten. Maar ook door duidelijk de doelgroepen nader in beeld te brengen en die te bereiken. Het gewenste aanbod in de gemeente nader te bepalen en de financiële investeringen vast te stellen. Wat dat laatste betreft liggen er mogelijkheden. De toeristenbelasting lever jaarlijks circa één miljoen euro op. Twintig procent wordt nu daadwerkelijke besteed aan toerisme, komend jaar hopelijk 25 procent. Maar wethouder Van de Graaf zegt dat wat hem betreft dat percentage echt nog wel omhoog kan.