Geen onderzoek naar oorzaak ‘rotte eieren lucht’

EERBEEK - Er komt vooralsnog geen onderzoek naar de oorzaak van de ‘rotte eieren lucht’ die is geconstateerd bij het oppompen van grondwater op de camping naast de stort aan de Doonweg. Omwonenden vermoeden een relatie met de nabijgelegen stort aan de Doonweg. Daar is jarenlang papierpulp van de papierindustrie gestort dat verontreinigd was met onder andere waterstofsulfide (H2S). En die stof veroorzaakt een ‘rotte eieren lucht’.

Wel heeft de omgevingsdienst een onderzoek aanbesteed voor nieuwe monsterneming van het grondwater op de camping en een analyse van de vrijkomende lucht (bij oppompen) op eventuele zwavelverbindingen.

Woordvoerder Maarten Leseman verklaart dat “de Omgevingsdienst een aantal onderzoeken niet zelf kan en die besteden we uit aan daartoe geëquipeerde bureaus met de juiste accreditatie.”

In de omgeving van de stort staan ook diverse peilbuizen. Die worden door externe bedrijven bemonsterd. Ook daar zou gekeken worden naar aanwezigheid van zwavelsulfide. Bij de Omgevingsdienst zijn nog geen resultaten bekend.

De omgevingsdienst die toezicht houdt op de werkzaamheden op en rond de stort heeft vorige maand erkend dat het toezicht en de vergunningverlening om ruim 200 miljoen kilo staalslakken ter afdekking op de stort aan te brengen beter had gekund. De dienst voegt daar meteen aan toe dat de eigenaar van de stort verantwoordelijk is en blijft voor eventuele gevolgen voor het milieu.

Stringente werkinstructies

De ongerustheid van omwonenden beperkt zich niet tot de gevolgen van de afdeklaag met staalslakken van Tata Steel, maar ze vragen zich ook af wat er allemaal onder die afdeklaag zit en of dat op termijn geen gevaar oplevert. De drab die bij hevige regen van de berg afliep had een hoge pH-waarde. Aangezien de afdeklaag niet waterdicht is, zal ook veel water met zo’n hoge pH-waarde de in de stort terecht zijn gekomen. Wat daar het effect van is, maakt omwonenden ongerust.

De oude zandwinning aan de Doonweg is vanaf 1954 tot 2001 gebruikt als stortplaats voor afval van de papierfabrieken. Hoge concentraties waterstofsulfide in dat afval waren voor de Bedrijfs Geneeskundige Dienst aanleiding om midden jaren negentig voor de werknemers stringente werkinstructies op te stellen. “Vrachtwagenchauffeurs en de chauffeur van de bulldozer kunnen tijdens de werkzaamheden blootgesteld worden aan H2S,” aldus de voorschriften. “Zij moeten daarom tijdens het lossen en in de cabine van de bulldozer als adembescherming een halfgelaatsmasker met H2S-filter dragen. Ook moet, volgens de instructies, continu een H2S-meter en een mobiele telefoonaanwezig zijn.

Verlamming reukzenuw

“Zwavelwaterstof is te herkennen aan zijn irritante lucht (rotte eieren). Bij hoge concentraties is de irritante lucht niet meer waar te nemen, door verlamming van de reukzenuw,” zo waarschuwde de Bedrijfsgeneeskundige Dienst destijds. “Op de stortplaats kan vooral bij verse papierpulp hoge concentraties zwavelwaterstof voorkomen, tot 100 ppm in de ademzone. De maximaal aanvaardbare waarde is volgens de instructies 10 ppm.”

Vanwege de gevaren verbiedt de dienst onnodige handelingen, is roken ten strengste verboden in de nabijheid van de afvalverzetswerkzaamheden omdat tijdens het roken ook H2S verbrand en er schadelijke stoffen kunnen vrijkomen. Koffie-, thee- en lunchpauzes mochten niet nabij de stort plaats vinden maar in de verderop gelegen kantine van industriewater.