Recht op eerste koop voor gemeente om woningbouw veilig te stellen
AlgemeenGEMEENTE BRUMMEN - ‘Wij willen de komende jaren enkele nieuwe woningbouwlocaties ontwikkelen. De behoefte aan woningen is immers groot, ook in onze gemeente. Tot en met 2030 gaan we ongeveer 1.250 woningen bouwen. Dit kan niet zonder nieuwe woningbouwlocaties. Daarom heeft het college besloten een actiever grondbeleid te gaan voeren.’
Met deze mededeling kondigde het college van Brummen onlangs aan om een voorkeursrecht te vestigen op drie toekomstige woningbouwlocaties. Anders gezegd: de gemeente dwingt juridisch af dat ze het recht krijgt van eerste koop om voor de drie locaties de weg vrij te maken voor woningbouw. De achtergrond van het besluit is om grondspeculatie en prijsopdrijving te voorkomen zodra bekend wordt dat deze locaties voor woningbouw worden bestemd.
Het gaat om twee gebieden ten westen van de spoorlijn in Brummen: aan de L.R. Beijnenlaan-Hazenberg en de Oude Eerbeekseweg-Hammelerweg. De derde locatie betreft percelen aan de Metelerkampweg in Leuvenheim.
In een gemeentelijk persbericht wordt het collegebesluit getypeerd als ‘ambitieus’ en ‘voortvarend’. Het kan ook opmerkelijk worden genoemd. Want het realiseren van voldoende nieuwbouwhuizen vertrouwde de gemeente altijd toe aan ‘de markt’. De gemeente geeft wel enige richting via bijvoorbeeld een eigen ‘woonagenda’ waarin kaders worden aangegeven waarbinnen projectontwikkelaars en particuliere bouwers plannen kunnen maken. Maar het realiseren van gemeentelijke woningbouwambities is uiteindelijk geheel afhankelijk van de welwillendheid van ‘de markt’.
Dat de gemeente zich nu zo actief opstelt geeft aan dat de tijden zijn veranderd. De krapte op de woningmarkt moet worden opgelost. Er staat druk op de ketel om voor 2030 veel nieuwe huizen te bouwen. Het Rijk en de provincie willen dat gemeenten met spoed voldoende locaties beschikbaar stellen. Onlangs sloten minister De Jonge, de Gelderse gedeputeerde Kerris en bestuurders van de Stedendriehoek hiervoor nog een ‘woondeal’. Brummen heeft zichzelf ten doel gesteld dat er tegen die tijd 1.250 huizen bij moeten komen.
Tegen die achtergrond ziet Brummen zich genoodzaakt naar een hogere versnelling te schakelen.
Het college zegt dat de drie locaties nodig zijn als aanvulling op de bestaande nieuwbouwactiviteiten. In de afgelopen drie jaren zijn er zo’n 300 huizen gebouwd en naar verwachting komen er dit jaar nog zo’n 175 bij. Voor de komende jaren zijn er plannen voor nog eens enkele honderden nieuwbouwwoningen. ‘Maar het is getalsmatig lang nog niet voldoende om daadwerkelijk 1.250 woningen te kunnen bouwen,’ aldus wethouder Van de Graaf. Vandaar het besluit om de drie locaties veilig te stellen voor woningbouw. Het gaat niet om een kleinigheid, de drie locaties beslaan in totaal een kleine 35 hectare. Het is nog te vroeg om aantallen te noemen hoeveel huizen hier gerealiseerd kunnen worden. Dat is sterk afhankelijk van onder meer de woningtypen en de bebouwingsdichtheid. Maar gezien de oppervlakte is er zeker ruimte voor enkele honderden woningen.
Hoewel het collegebesluit moet worden gezien als een stap om de huidige wooncrisis te bestrijden, kan het nog jaren duren voordat de eerste huizen hier daadwerkelijk bewoond worden. Het Brummense college realiseert zich dat en schrijft dat nog begonnen moet worden met het opstellen van een (stedenbouwkundig) structuurplan en een bestemmingsplan. Pas nadat deze procedures zijn doorlopen, die mogelijk langer kunnen duren vanwege inspraak en bezwaren, kan er daadwerkelijk gebouwd worden.