Pa-del, pa-del
ColumnsCOLUMN: Langs het balkon van mijn flatje op de bel-etage loopt een regenpijp met een grote mond. Beter: met een open mond en een zeefje om te tongen. Het water van vier verdiepingen stroomt er naar beneden, bladeren en takjes worden uitgespuugd. Nog lang na een buitje tikken druppels hun monotone lied. Ik heb mij al eens laten verjagen door het geploink van die ene druppel. Het getik irriteerde mij. In een bruut regiem zijn verzetsstrijders gek gemaakt door eindeloos een druppel water op hun hoofd te gieten.
Binnenkort lopen er op het tennispark van Eerbeek mannen in witte pakken met decibelmeters om te onderzoeken wat een padelbaan aan geluidoverlast kan opleveren. Net als rond Schiphol, waar de mensen lijden onder vliegtuiggeruis, zouden de decibellen ‘binnen de geldende norm’ kunnen zijn. En dan kan de gemeente alsnog een vergunning afgeven voor vier padelbanen. De vergunning was al verleend maar omwonenden van het tennispark, waar de banen zijn gepland, bedachten procedurele bezwaren. Die zijn erkend door de onafhankelijke bezwarencommissie . Er is uitgebreid akoestisch onderzoek nodig volgens de commissie en de gemeente schortte de vergunning op.
‘Omwonenden schoten met hagel op ons, één kogeltje trof helaas doel, reageerde voorzitter Nolsen van de Tennisclub Eerbeek, op de uitspraak van de bezwarencommissie. Padel is meppen op de muur, ‘pa-del, pa-del’ tegen de wand, zoiets als ‘ke-deng, ke-deng’ van Guus Meeuwis.Maar dan als gebed zonder end. Geluidsoverlast is een likdoorn in de huid van onze samenleving. Een school met omwonenden die zich ergerden aan het geluid van kinderen op de speelplaats kreeg van de rechter opdracht kinderen buiten schooltijd te weren.
Padelbanen hebben geen schoolbel.