Achteruitgang biodiversiteit stopt, maar herstel is nodig
AlgemeenREGIO - Het gaat goed met de libellen, reptielen en zoogdieren in Gelderland. Hetzelfde geldt voor Gelderse bossen, moerassen en zoete wateren. Maar met andere soorten als dagvlinders, stadsvogels en boerenlandvogels is er minder reden tot vreugde. En dat geldt ook voor de natuur in de stad, in het landelijk gebied en op de droge zandgronden. Dat staat in de 2e rapportage over de biodiversiteit in Gelderland, gemaakt in opdracht van Provincie Gelderland.
In het rapport wordt gesteld dat de biodiversiteit in Gelderland op een gelijk niveau blijft. Geen vooruitgang dus, maar een jarenlange achteruitgang is wel tot stilstand gekomen. Biodiversiteit zit daarmee op stabiel, maar laag niveau. Dus is herstel nodig. Zo komen in de stad normaal gesproken veel verschillende vogelsoorten voor. Stadsvogels zijn een goede graadmeter voor de kwaliteit van de stadsnatuur. Met de stadsvogels gaat het niet goed. Bijvoorbeeld door verharding van tuinen en kunstlicht en door een afname van groene, beschutte plekken.
De rapportage laat ook zien dat maatregelen om de biodiversiteit te herstellen goede resultaten opleveren. Bijvoorbeeld in natte heidegebieden waar veel maatregelen zijn getroffen. Natte heidegebieden, zoals de Appelse Heide en het Deelense Veld, hebben veel last van stikstofneerslag en verdroging. Waardoor plant- en diersoorten verdwijnen en er alleen gras overblijft. Door de bodem ondiep af te graven komen zeldzame plantensoorten als moeraswolfsklauw en kleine zonnedauw binnen een paar jaar terug.
Eind 2020 stelde de provincie het Uitvoeringsprogramma Biodiversiteit vastgesteld. Dat bevat maatregelen die gericht zijn op het verbeteren van de biodiversiteit. Gelderland richt zich op het verbeteren, versterken, uitbreiden en verbinden van natuur in de natuurgebieden. Daarnaast wordt gekeken naar de natuur op het platteland en in stad en dorp. Het groener maken van schoolpleinen, met meer bomen en meer groen op het platteland zijn maatregelen daarbij. Ook vergroot de provincie de biodiversiteit langs wegen door bermen te verbreden en ecologisch te beheren. Gelderland heeft verder de ambitie om 1 miljoen bomen te planten. Niet in de bossen en de natuur, maar juist in dorpen en steden. Hoe beter het gesteld is met de biodiversiteit in een gebied, hoe sterker en gezonder de natuur is. Een sterke en gevarieerde natuur draagt bij aan onder andere schoon (drink)water en voedselproductie. Het levert grondstoffen op en het gaat de gevolgen van klimaatverandering tegen. De komende jaren steekt provincie Gelderland daarom honderden miljoenen in het verbeteren van de biodiversiteit.