Afbeelding

Eerbekenaar in het gelijk gesteld

ZUTPHEN – Op de vraag van de bestuursrechter wat hij graag van de gemeente Brummen zou willen hebben als genoegdoening over aangedaan onrecht, hoefde de Eerbekenaar die woensdag voor de rechtbank in Zutphen verscheen niet lang na te denken: “12 cent, een bos bloemen en gegevens vernietigen”. De rechter kon zo niet beslissen, maar hij bracht wel het verzoek over naar de vertegenwoordigster van de gemeente Brummen. En die liet weten dat ze het verzoek aan het college zou overbrengen. In afwachting van een nieuw besluit schorste de rechter de procedure vier weken.

Het geschil tussen de Eerbekenaar en de gemeente begon in 2019. De man geniet een bijstandsuitkering en de gemeente vertrouwde de zaak niet. Hij werd uitgenodigd voor een gesprek en kreeg het verzoek bankafschriften van zijn inkomsten en uitgaven te overleggen. Een overzicht van de inkomsten wilde hij wel laten zien, maar met zijn uitgaven had de gemeente, zo meende hij, niks te maken. De gemeente Brummen dacht daar anders over en schorste de uitkering. Zonder inkomsten wordt het leven wel heel lastig dus leverde hij alsnog, maar onder protest, de gevraagde gegevens. Een week of drie nadat de gegevens waren aangeleverd bij de gemeente, werd de bijstandsuitkering weer bijgeschreven op zijn rekening.


Bezwaar

Toch knaagde het onrecht dat de Eerbekenaar was aangedaan en hij maakte alsnog bezwaar tegen de actie van de gemeente. Hoewel zo’n procedure in het bestuursrecht beslistermijnen van enkele weken kent, kostte het de gemeente Brummen bijna driekwart jaar voordat de beslissing in Eerbeek door de brievenbus gleed. Volgens dat oordeel had de gemeente niets verkeerd gedaan. De Eerbekenaar ging tegen dat besluit in beroep bij de rechtbank, want, zo meende hij, ik mag dan wel een uitkering hebben, ik heb ook recht op mijn privacy en de gemeente heeft met mijn uitgaven niks te maken. Woensdag kwam de zaak voor de Zutphense bestuursrechter aan de orde. Stap voor stap pelde deze de gevolgde procedure af en kwam uiteindelijk bij de vraag aan de vertegenwoordigster van de gemeente Brummen of aan de Eerbekenaar ook was verteld, waarom de gemeente de gegevens nodig had en of hij, toen hij weigerde om de gegevens van zijn uitgave te overleggen, ook kon weten dat dat nodig was omdat de gemeente signalen van fraude had gekregen. Toen bleek dat niet het geval was, wees de rechter op de jurisprudentie. Burgers, ook degenen die een uitkering krijgen hebben recht op privacy. Die privacy mag alleen geschonden worden als daar een dwingende noodzaak voor is en dat moet dan ook duidelijk kenbaar worden gemaakt. En dat was nu niet gebeurd.


Salomonsoordeel

"Ik kan u geen 12 cent en een bos bloemen toezeggen in deze procedure,” reageerde de bestuursrechter. "En ik kan nu ook niet besluiten om de gegevens te laten verwijderen. Daar is dan een nieuwe procedure voor nodig. Maar ik kan wel vragen of de gemeente bereid is een nieuw besluit op bezwaar te nemen en dan meteen te bekijken of ook uw andere verzoeken kunnen worden ingewilligd.” Die suggestie nam de vertegenwoordigster van de gemeente mee en ze zou het voorleggen aan het college van burgemeester en wethouders, dat wel bevoegd is om die beslissingen te nemen. Vier weken is daar naar verwachting voor nodig. "Een keurige termijn,” oordeelde de rechter. "Tot dat moment schors ik de procedure”.


Waarom de Eerbekenaar 12 cent vroeg? “Symbolisch bedrag,” zegt hij. “Zou ik meer vragen dan wordt dat gekort op de uitkering.”