‘De jeugd van tegenwoordig’


Vroeger zag je ouderen hoofdschuddend over de verwildering van tierige jongeren. Nu staat de jeugd te wankelen. Een op de tien jongens en meisjes redt het niet zonder een steuntje in de rug. De jeugdhulp zelf is noodlijdend. De gemeenten kunnen het financieel niet aan en het personeel bezwijkt onder de werkdruk.

Een arbitragecommissie die moest bemiddelen tussen het Rijk en de gemeenten over het budget voor de jeugdzorg concludeerde dat de gemeenten bijna twee miljard tekort wordt gedaan. Kleine gemeenten hebben de grootste tekorten. De regering heeft inmiddels 1, 7 miljard bijgespijkerd. Het draait niet alleen om geld. Er komen kinderen in de jeugdzorg terecht voor problemen ‘die bij het gewone opvoeden en opgroeien horen’. De lichte jeugdzorg, die eigenlijk in de natuurlijke omgeving thuishoort van familie, onderwijs en buren, slokt het geld op. Ten koste van de zwaardere zorg.

Ook in onze gemeente komt overkill voor in de jeugdhulp. Brummen heeft naar verhouding weinig kinderen, maar die krijgen bovenmatig zware jeugdzorg. Stuur hen niet te gauw naar dure specialisten, maar doe het zelf en leg meer verantwoordelijkheid bij de ouders, adviseerde het onderzoeksbureau Berenschot.

De rekenkamer Midden-Brabant ontdekte dat gemeenten vaak slechte zorgaanbieders contracteren die vele miljoenen zorggeld naar een privérekening overschrijven. Tegelijk is er beknibbeld op de uitgaven voor gespecialiseerde instellingen. Als je de sombere voorspellingen over ontwikkelingsstoornissen door de lock down er bij optelt, wat moet er dan terecht komen van ‘de jeugd van tegenwoordig'? In de ‘als somber en grauw te boek staande jaren tachtig van de vorige eeuw' (Elsbeth Etty) leden jongeren onder massawerkloosheid. Er werd gesproken van een verloren generatie. Maar de maatschappij bleek sterker dan het onheil. Zo zal het weer gaan. Laten we vertrouwen op de veerkracht van de maatschappij en op de ‘de jeugd van tegenwoordig'.