Euforie bij de aankomst. Driezuidend zeemijl. Gehaald!
Euforie bij de aankomst. Driezuidend zeemijl. Gehaald! Foto: pennybird and camera

Groots avontuur Bela Evers is voorbij

TONDEN - Ze waren in de buurt, dat wisten ze. Maar het was nacht, het pikduister verhinderde zicht op land. Maar daar gloorde ineens licht, dat met elke riemslag helderder werd. Het eiland Antigua in de Caribische zee. Na bijna 55 dagen roeien en 3.000 zeemijlen. De finish. Blijdschap om het gehaald te hebben, om familieleden weer te zien, om vaste grond onder de voeten te hebben.

En toch ook weemoed. Want het grootse avontuur van Bela Evers uit Tonden, Astrid Janse, Remke van Kleij (beiden uit Deventer) en Désirée Kranenburg (Welsum) was voorbij. Bela Evers is inmiddels alweer tien dagen in Nederland. Ze is gekleed in een trainingspak met op de rug de tekst Dutchess of the Sea, de naam van hun roeiploeg, waarmee ze deelnamen aan de zwaarste roeiwedstrijd ter wereld. In een sloepje van 8,5 meter dwars over de Atlantische oceaan van La Gomera naar Antigua. “Hoe het was?”, herhaalt ze de vraag. “We hebben een onvergetelijke ervaring achter de rug. We hebben dit twee jaar lang intensief voorbereid. Dan roei je weg van La Gomera en dan realiseer je je dat het lang gaat duren voor dat je weer land ziet. De euforie van eindelijk te vertrekken. En gelijktijdig heb je geen idee wat je allemaal wacht.” En dat was veel. Ontbering, vermoeidheid, irritaties, pech. Maar belangrijker eensgezindheid om door te zetten, humor, schitterende ontmoetingen. Bela: “Tja, het begon met wat misselijkheid door zeeziekte. Daar hebben we -de een meer dan de ander- toch wel de eerste week last van gehad. Temeer omdat je daardoor geen eetlust had, maar vanwege het roeien wel veel calorieën binnen moest krijgen. Maar je lichaam went aan het constante geschommel. En toen kwam de eetlust als een dolle opzetten. Ook het ritme van twee uur roeien, twee uur rust wende verrassend snel. Heel opmerkelijk hoe flexibel het menselijke lichaam in dat opzicht is. Maar goed; je zit dan in je bootje met alleen maar water, water, water om je heen. Te gast in een eindeloze natuur. En daar krijg je veel cadeautjes van. De ontmoeting met een school dolfijnen, met walvissen, met fluorescerend plankton dat oplicht elke keer als een spaan het water in gaat. Schitterende zonsopkomsten en -ondergangen, de sterrenhemel, de Melkweg. Zo mooi.” De vrouwen genieten van hun reis. Vooral de eerste duizend mijl als veel nog nieuw is of ontdekt moet worden. Bela: “Je zou kunnen zeggen dat de tweede duizend mijl saaier was en de derde duizend vooral koersen naar het einddoel. Was eerst het doel van het team de eindstreep te halen, toen gingen we echt ervoor binnen 55 dagen te finishen. Kwamen we meer in het wedstrijdritme, wat ik wel fijn vond. Ik was wat competitiever ingesteld dan de anderen.”


Tegenvallers

Het zat de vier vrouwen niet mee. De autohelm, die het bootje automatisch op de juiste koers moet houden, ging keer op keer kapot. Zodat ze de laatste weken handmatig moesten sturen. Het stuurtouw schoot los, de dolplaat, waarop de riemen scharnieren verboog. De watermaker, om zout water in zoet om te zetten gaf de geest. Het weer speelde bij tijd en wijle de parten. Bela: "Ach ja. Een paar andere ploegen hadden zwaardvissen die jagend op tonijn hun boot doorboorden. Het bleef bij schade. Maar het erger gekund. Hoe dan ook: wat bij zoveel tegenslag gebeurt, is dat mensen er af en toe genoeg van hebben. Er ontstaan irritaties. Een van ons wilde stoppen. Maar elke keer staptenwe snel over de frustratie heen. Na een rusttijd van twee uur was het doorgaans gewoon over. Stoppen is ook feitelijk geen optie. Daarvoor ben je niet twee jaar zo intensief bezig geweest.

Vervolg op pagina13

Vertrek: 55 dagen roeien te gaan.