Hallse brug


Hoe kun je over de Hallsebrug schrijven als een triageschande dreigt bij de ziekenhuizen? Welke patiƫnt gaat voor? De alleenstaande witte man van 39, wie weet een virusontkenner, of een zwarte vrouw van 40 die vier kinderen opvoedt en voor de Nierstichting langs de deuren gaat? Een vraag van Martin Summer in de Volkskrant. En met hem stellen ook anderen het voor alsof het om een keuze gaat tussen bijna leeftijdgenoten met verschillende verantwoordelijkheden. De dokters hebben geen schuifcentimeter om ze te meten. Ze hebben alleen hun vakmanschap en hooguit wat algemene normen aangereikt door ethici of de politiek. Ik spreek veel mensen, die net als ik vinden: geen IC meer aan het oude lijf. Ze kiezen geen lootje, ze kiezen zelf.

Terug naar Brummen. De gemeente wil het beruchte kruispunt bij de Hallsebrug opnieuw inrichten met langere wachttijden bij het stoplicht. Merkwaardig dat de Hallsebrug een ongeluksplek is, terwijl het gevaarlijk ogende kruispunt bij de Coldenhovensebrug en de afslag Mensinkweg het kennelijk beter doen zonder stoplichten. De Hallse brug zou een model kruispunt moeten zijn. Spiksplinternieuw, met gescheiden rijbanen voor auto en fiets. Een fietser op de brug wordt echt wel gezien, maar een plotselinge drempel die fiets- en autobaan moet scheiden niet. De stoplichten geven een misplaatst gevoel van zorgeloosheid.

Als je je veilig waant is de scherpte weg, dan slaat het noodlot toe. Vorig voorjaar zat de schrik voor het coronavirus er goed in en slaagde de lockdown. De wegen bleven leeg, de straten stil. Het was een intelligente schrikreactie. Nu, tijdens de tweede golf, is de schrik minder en ons gedrag zorgelozer. Voor menigeen is corona een medische statistiek geworden. Geen persoonlijke dreiging. Het is niet de gestrengheid van de overheid maar de lichtzinnigheid in onszelf.