Afbeelding

Groen licht voor zonnepark in Hall

HALL - De Raad van State heeft de bezwaren tegen het Zonnepark in Hall ongegrond verklaard. Daarmee is de weg vrij voor Green Solar Future Brummen B.V. om een zonnepark op percelen aan de Oude Zutphenseweg in Hall te realiseren.


Anderhalf jaar geleden heeft het college van burgemeester en wethouders van Brummen voor dit zonnepark een vergunning afgegeven. In februari van dit jaar verklaarde de rechtbank Gelderland de bezwaren tegen het park ongegrond en nu komt de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State tot hetzelfde oordeel.


Oppervlakte van 36 hectare

Het toekomstige zonnepark heeft een oppervlakte van 36 hectare, waarvan 27 hectare aan zonnepanelen, op voornamelijk landbouwgrond aan weerszijden van de Oude Zutphenseweg in Hall. De vergunning heeft een looptijd van maximaal dertig jaar. De hoogte van de zonnepanelen bedraagt maximaal 1,5 meter en rondom het terrein wordt beplanting aangelegd en een hekwerk geplaatst. De locatie heeft de bestemming “Agrarisch” en volgens de bezwaarmakers die in de nabijheid wonen, is het project in strijd met het bestemmingsplan. Het college en de raad hadden volgens hen “gelet op de omvang van het project en de landschappelijke gevolgen ervan, moeten kiezen voor het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan.” Maar daar was de rechtbank het niet mee eens en de Raad van State nu evenmin.


Omgevingsverordening

Ook het betoog dat het project in strijd is met de Omgevingsverordening Gelderland vond geen gehoor. “Het college van b&w heeft gesteld dat het project de kernkwaliteiten van het gebied niet aantast en op onderdelen zelfs versterkt,” aldus de uitspraak. “Door de afstand en inrichting heeft het project geen invloed op het Apeldoorns Kanaal. De bestaande beken blijven behouden en een deel van het gebied wordt vernat ter versterking van het landschap.” De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State vindt “de enkele stelling dat het realiseren van een project van deze omvang de kernkwaliteiten aantast onvoldoende.” Ook in de bewering dat flora en fauna worden aangetast ziet de Afdeling geen grond voor het oordeel dat de gevolgen van het zonnepark op flora en fauna onvoldoende zijn onderzocht. Eenzelfde oordeel wordt geveld over de aantasting biodiversiteit en bodemkwaliteit. Volgens de bezwaren zou er onvoldoende draagvlak voor het plan zijn en zou de procedure niet zorgvuldig zijn gevoerd. De Afdeling bestuursrechtspraak deelt die mening niet. Net als de rechtbank in de eerdere uitspraak “bestaat er geen aanleiding voor het oordeel dat het college niet in redelijkheid medewerking aan het project heeft kunnen verlenen of de vereiste zorgvuldigheid niet acht heeft genomen.”