Rotterdammers


Ik hoor ze denken: “Laat die Rotterdammer in Rotterdam de boel op stelten zetten, niet hier”. Maar dat is onzin. Ex-Rotterdammer Eric Leenderts, sinds anderhalf jaar wonend in de Brummense Sperwerstraat, voert een peloton omwonenden aan die zich verzetten tegen de bebouwing van het grasveld in hun midden. Rotterdammers zijn nu eenmaal aanpakkers, geen afwachters.

Er stond ooit een schoolgebouw. Van de gemeente mag de woningcorporatie er zestien huizen bouwen. Ten koste van ruimte en privacy van de omwonenden, zei Eric Leenderts in De Stentor. Hij heeft het geijkte klachtenlijstje: de gemeente luistert niet, geen inspraak, stiekem doordouwen. De gemeente verdedigt zich ook geijkt: woningnood, inloopavond gehouden, minder huizen dan aanvankelijk gepland, verkeersluwe straten. Het is een klassieke patstelling. De overheid wil inbreiden om het buitengebied groen te houden. Omwonenden willen een groene long behouden.

De woningnood is groot, jongeren hebben bijna geen kans op een betaalbaar huis. Hoe moeilijk Brummen het ook heeft, er wordt volop gebouwd. Rijen krakkemikkige arbeiderswoninkjes op de Eerbeekse Enk worden vervangen door nieuwe en in Lombok- Zuid wordt een hele wijk uit de grond gestampt. Op het Van Limburg Stirumplein in Brummen en in de Elzenbos staan honderden huizen op stapel.

Verlopen schoollocaties zijn bestemd voor woningbouw, zo ook in de Sperwerstraat. De gelukkigen die al wel een woning hebben, hebben geen exclusieve rechten op de omgeving. Eric Leenderts begrijpt dat ook wel. In de Stentor filosofeerde hij over een wijkcentrum, een huisartsenpraktijk of hooguit tien woningen. Het is een naïef alternatief, de huizen worden er duurder door, te duur voor sociaal wonen. Beter dan te dreigen met de Raad van State, zouden de omwonenden met de gemeente in gesprek kunnen gaan over een groene kraag om het Sperwerhofje.