‘Niet hier’


Als kleinburger groeien de dingen je boven het hoofd. De Corona-crisis bijvoorbeeld, hij overkomt je. Je hebt er niks over te vertellen. Met de opwarming van de aarde al net zo. Wereldleiders hebben afgesproken dat het moet stoppen. En ineens is het een allemansprobleem. Er zit niks anders op dan besparen, isoleren en overschakelen op wind en zon. Over zonnepanelen op het dak beslissen we zelf, maar verder maakt Den Haag het uit.

Onze eigen Cleantech regio –Brummen en zes buurgemeenten - moet een regionale energie strategie (RES) inleveren bij de regering. Het gaat om 62 windmolens en 950 hectare zonneakker. Wij moeten ons voorbereiden op zo´n twintig molens, waarvan sommigen gedeeld met Voorst en Zutphen. Het valt mee, er zijn wel hogere schattingen gemaakt. De gemeenteraden kunnen ‘wensen en bedenkingen’ uiten over de RES. Uit de gemeenteraad van Apeldoorn berichtte De Stentor: ‘Windmolen en zonnepark prima, maar dan niet hier!’ De ‘wensen en bedenkingen’ van onze gemeenteraad zijn algemeenheden, zoals: ‘communiceer’, ‘zorg voor draagvlak’, ‘respecteer het open landschap’, ‘maak windmolens financieel aantrekkelijk voor de omgeving’. Liever dan zonneakkers en windmolens ziet de raad zonnepanelen op de daken, industriewarmte, geothermie, kernenergie en waterstof. Alternatieven voor ‘niet hier’. De goegemeente wil maar één ding weten: waar dan wel?

De regering gaat de regie over de woningbouw overnemen van de provincies en de gemeenten omdat het plaatselijk gekrakeel tot stagnatie leidt. Met de noodzakelijke energietransitie zal het niet anders gaan. In de gemeenteraad sprak Democratisch Brummen van geneuzel en futiliteiten en de woordvoerder van Groen Links bleek het er mee eens. In de staatskunde geldt het subsidiariteitsbeginsel: het moet garanderen dat besluiten zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen. Maar met de energietransitie weet de lagere overheid geen raad. Je kunt de lat ook te laag leggen.