Afbeelding

Omwonenden zonneweide tóch naar Raad van State

HALL - Omwonenden van de voorgenomen zonneweide aan de Oude Zutphenseweg in Hall stappen toch naar de Raad van State om de aanleg ervan te voorkomen. Zij hebben inmiddels hoger beroep aangetekend bij deze hoogste bestuursrechter tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank in Arnhem in deze zaak.

Daar vingen ze eind januari bot in hun poging de vergunningverlening voor de aanleg van het 36 hectare grote park (waarvan 27 hectare belegd met panelen) te laten schorsen. De Raad van State is de laatste juridische mogelijkheid die zij hebben om de aanleg te voorkomen. Zij blijven op hun standpunt staan dat de kernkwaliteiten van het gebied (met de kwalificatie “Waardevol landschap” in de provinciale omgevingsverordening) onmiskenbaar zullen worden aangetast. Vooral omdat het de bedoeling is dat de zonneweide voor een periode van 30 jaar in gebruik zal blijven. Zij noemen de weide met de duizenden panelen ‘een industriële activiteit’. Ook zijn ze van mening dat de gemeente in gebreke is gebleven omdat in hun beleving noodzakelijke veldonderzoeken naar flora en fauna niet zijn uitgevoerd. Brummen liet in eerste instantie alleen een quickscan uitvoeren. Inventarisaties van soorten en soortgroepen bleven achterwege. Nadat omwonenden hadden aangetoond dat wild als dassen en reeën in het gebied foerageren liet de gemeente een tweede onderzoek uitvoeren door de Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ). Maar bij die organisatie heeft de gemeente ook de handhaving en vergunningverlening voor bedrijven ondergebracht. “De slager keurt zijn eigen vlees”, stellen ze. Een ander punt dat omwonenden bij staatraad (onder meer) naar voren willen brengen is het gebrek aan draagvlak voor de zonneweide. De rechtbank in Arnhem hechtte weinig waarde aan het gegeven dat het draagvlak voor het park bij omwonenden ontbreekt. De rechtbank stelde dat de gemeenteraad instemde met een verklaring van geen bedenkingen. In bredere zin zou dus wel draagvlak bestaan. Adviseur Fokko Agteres van de omwonenden noemt dat een ‘een trieste constatering.’ Agteres: “Zo gesteld komt het erop neer dat mijn cliënten als direct omwonenden en betrokkenen in politiek/bestuurlijk opzicht in feite tegenover alle overige inwoners van de gemeente Brummen worden weggezet. En die overige Brummenaren hebben in beginsel geen direct belang hebben bij het realiseren van zo’n park. Door als rechtbank de zinsnede “in bredere zin wel draagvlak” te gebruiken, plaats zij mijn cliënten eigenlijk buitenspel.”