Anderhalve

meter









In het coronabos bloeien mooie bloemen. Een aardige buurvrouw die de boodschappen wil doen. Een wijkkrantje met adressen van afhaalrestaurants en bezorgers. Kinderen die pakketjes brengen en wordfreud op de telefoon. Een vertrouwenwekkender premier overstijgt de partijpolitiek en haalt een minister uit de oppositie. Een gepensioneerde anesthesist belooft zijn plaats in de IC aan een jongere te laten als het virus hem treft. Over de hele wereld klinkt: ‘You never walk alone’. De televisie troost met Troost- tv. Een ouderenuurtje in de supermarkten. Het overtroeft het hamstervirus en het huftergedrag in bos en duin. De ouderenbond ANBO, die de supermarkten verwijt dat ze de ouderen stigmatiseren, kan z’n naam beter veranderen in bond van zure ouderen. Daar wil je niet bij horen.


Het coronavirus heeft de boekhouding van leven en laten leven verstoord. Ooit was de middenstand een hogere stand. Nu zijn de lokale ondernemers en de zzp’ers aangewezen op bijzondere bijstand. Het rijk springt bij. De diepe zakken van de huidige regering zijn gevuld door de al bijna vergeten crisismanager Dijsselbloem.
Het vorige kabinet leidde ons door de bankencrisis en het biedt vertrouwen dat ook nu de lege schappen in de economie weer gevuld zullen raken.


De wereld draait door. Nieuwe helden werken in de zorg, in de dokterspraktijken en in de ziekenhuizen. De vrachtwagenchauffeurs, die de supermarkten bevoorraden, zijn de Florence Nightingale van deze tijd. In Italië deed een priester de mis in een kerk met uitsluitend selfies, het haalt het niet bij de digitale geloofsijver van onze leraren. Nu al missen we de Polen in de bouw en in de kassen. Het is een herwaardering van categorieën wier inzet uitstijgt boven hun arbeidsvoorwaarden.





Het beeld is anderhalve meter verschoven.