Een zorgenkindje


Ik had het eigenlijk willen hebben over een hooggeleerde dorpsgenoot, oud- universitair docent rechtswetenschappen, die in een ingezonden stuk in De Regiobode de gemeenteraad betichtte van onbehoorlijk bestuur. Met een verhoging van 32 procent van de Onroerend Zaak Belasting (OZB) acht hij huizenbezitters onevenredig aangeslagen voor een kastekort van de gemeente.

Je zou het ook andersom kunnen stellen. De huizenbezitters zijn jarenlang gematst. De inderdaad forse verhoging- de kosten van een paar biertjes, volgens een ongelukkige vergelijking van de toenmalige schatbewaarder- was een inhaaloperatie. En nog steeds zit de OZB van Brummen onder het Gelders gemiddelde. Als dat gemiddelde de norm is dan zijn de huizenbezitters niet getroffen door ‘onbehoorlijk bestuur’, ‘kennelijke onredelijkheid’ en ‘ongelijke behandeling’, zoals onze rechtsgeleerde dorpsgenoot schrijft, maar hebben ze jarenlang voor een koopje op de voorste rij gezeten.

Wat doet het ertoe, het coronavirus heerst en de publieke sector is herontdekt als de hoeder van het algemeen belang. Nog maar een paar jaar geleden hadden we een leger zonder kogels. Maar inmiddels heeft het rijk weer ‘vet op de botten’ en kan Rutte bedrijven, werknemers en ZZPërs steun toezeggen.

Het rijk heeft diepe zakken, maar in Brummen past er nog geen zakdoek in. De OZB-verhoging is dringend nodig om ook bij ons wat vet te kweken. Net genoeg, hopelijk, om getroffen middenstanders uitstel van lokale lasten te kunnen bieden.

Financieel is de zorg zelf een zorgenkindje in Brummen. Steeds wordt het rijk als schuldige aangewezen. Dat zou te weinig geld hebben meegegeven bij de overdracht van zorgtaken aan de gemeenten. Zeker waar. Maar wat deden we zelf? Ondanks de belofte ‘Ieder krijgt de zorg die hij nodig heeft’ gaf de gemeenteraad jarenlang een lage OZB voorrang boven een financiële buffer.

Nu we de buurtzorg meer dan ooit nodig hebben dreigt een financieel infarct. Misschien worden de tarieven inkomensafhankelijk gemaakt. Het moet maar. De prijs van een overheid die ‘een beetje op ons let’.