Rekenkamer kraakt dagbesteding Brummen

GEMEENTE BRUMMEN - De gemeentelijke rekenkamercommissie heeft forse kritiek op de wijze waarop de dagbesteding als voorziening binnen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) in de gemeente Brummen wordt uitgevoerd. De gemeenteraad schiet daarbij tekort in haar controlerende taak op de doelmatigheid en doeltreffend van de voorzieningen binnen de Wmo.


Sinds 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor uitvoering van taken op grond van Wmo uit. De rekenkamercommissie nam één onderdeel van de Wmo onder loep: de dagbesteding. En daar schort het een en ander aan.


Aanbod is verschraald

Het aanbod van wat betreft dagbesteding is verschraald zegt de commissie. Sinds 2015 werd deze voorziening eerst verruimd met pilots, maar vervolgens beperkt tot de diensten van SWB in Plein 5 en Tjark Riks. De toegang daartoe is qua tijdstip en locaties beperkt. Dagbesteding zou er onder meer voor moet zorgen dat minder mensen aanspraak hoeven te maken op maatwerkvoorziening. Maar dat is niet het geval.


Uitvoering WMO beleid

De rekenkamercommissie stelt dat er vanaf 2015 een groot aantal nota’s, evaluaties en collegebesluiten is vastgesteld die samen de kaders vormen voor de uitvoering van het Wmo-beleid. Maar lang niet alles daarvan staat op papier, of is bekrachtigd door de raad. De commissie constateert dat een expliciet, overzichtelijk en samenhangend door de raad vastgesteld kader ontbreekt. Ook zegt de commissie dat de gemeente slechts beperkt zicht heeft op de kwaliteit en effectiviteit van de afgegeven indicaties. Evenmin kan zij toetsen of opgestelde behandelplannen of zorg hierop afgestemd zijn en kwalitatief deugen.