Een valse lach

Vroeger lag de humor op straat, tegenwoordig een valse lach. Als jongetje, lang geleden, belandde ik na een ongeluk in het ziekenhuis voor een spoedoperatie. Mijn vader las op een briefje aan het voeteneind van het ziekenhuisbed: 'acht boterhammen en lachgas'. Lachgas redde mijn gehavende been. Maar nu is het een nieuwe drug. Hoofdpijn, duizeligheid, tintelingen en dwarslaesies worden ervan gevreesd en onbekwaamheid in het verkeer. Het is niet iets van de grote stad alleen. De lege patronen liggen ook in onze straten. Glanzende kokertjes van gepolijst metaal.

De gemeente meent er iets op gevonden te hebben. Een nieuw bedachte verordening (APV) luidt: "Het is verboden in het openbaar gebied lachgas te gebruiken als daardoor hinder ontstaat voor personen of de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt".

Vorige week heeft burgemeester Van Hedel in ditzelfde weekblad uiteengezet waarom het niet zal werken: "We hebben te weinig politiemensen om zo'n verbod te handhaven. Verbieden heeft weinig zin als je het overal elders kunt kopen. Je kweekt valse verwachtingen. Een landelijk verbod heeft wel kans van slagen". De burgemeester zei dit over een lokaal vuurwerkverbod. Lachgas lijkt mij net zo nationaal.

Als burgemeesters grommen, moet Den Haag uitkijken, schreef het dagblad Trouw. Een trits burgemeesters, onder wie onze Van Hedel, heeft het parlement gemaand een algemeen vuurwerkverbod af te kondigen. Het illegale circuit pak je er niet mee, maar zeventig procent van de ongelukken wordt veroorzaakt door legale rotjes. Die wel. Een meerderheid in de Tweede kamer wil nu de ergste rotzooi uit de schappen halen.

Als zij geen Pauline Krikke heet, is de burgemeester de stabiele factor in het gemeentebestuur. De Aboutaleb's, Marcouch's en Van Hedel's zijn de kanaries in de schachten van de samenleving. Die moet je horen voor je eigen veiligheid.