Brandweervrouw Arianne Grootherder
Brandweervrouw Arianne Grootherder

Twintig jaar brandweervrouw

BRUMMEN - Twintig jaar lang droeg ze een pieper op zak. Rukte ze talloze malen uit om branden te blussen, hulp te verlenen bij ongevallen. En ja: ook om katten uit bomen te redden. Arianne Grootherder (51) uit Brummen kreeg er zaterdag een koninklijke onderscheiding voor. Evenals tien andere dorpsgenoten die al twintig jaar of langer als vrijwilliger in dienst zijn van de gemeentelijke brandweer.

In een kast in haar woonkamer zijn twee brandweerhelmen uitgestald, die Rianne in haar langjarige loopbaan bij de Brummense brandweer heeft gedragen. Een mondstuk van een brandweerspuit, wat miniatuurmodellen van blusvoertuigen liggen ervoor. Op de tafel ligt een pager. Een apparaatje waarmee brandweerlieden in geval van calamiteiten opgeroepen kunnen worden. Die blijkt later van haar partner Harold te zijn, vrijwillig brandweerman in Steenderen. De brandweer speelde en speelt kortom een aanzienlijke rol in Riannes leven. Hoe het begon? Rianne: "Ik vond de brandweer boeiend. Op enig moment was er een voorlichtingsavond voor vrouwen met interesse voor de brandweer. Ik ben er heen gegaan, was enthousiast, maar schrok toch wel terug voor de opleiding die je moest volgen. Ik ben nooit zo'n studiehoofd geweest. Mijn toenmalige buurman overtuigde me ervan dat ik het best kon. Hij had gelijk. Ik deed de opleiding en slaagde."

Dat is het begin van wat Rianne een 'hobby' noemt. Een intensieve hobby. Want al is het aantal keren dat de brandweer moet uitrukken dankzij preventie en veiligheidsmaatregelen gestaag gedaald, in de eerste jaren van haar loopbaan piepte haar pager zo'n tachtig keer per jaar, één á twee keer per week. Op mogelijke en onmogelijke tijden. Maar ze ging. Want hulpvaardigheid zit nu eenmaal in haar. Arianne: "Het is een mooi vak. Met droeve kanten. Met mooie kanten. Je kunt mensen helpen, schade proberen te beperken bij en brand. Het is natuurlijk vreselijk als mensen hun huis in vlammen zien opgaan. Maar er is ook de vaak de grote dankbaarheid dat wij ze helpen". Veel hulpverleningen hebben indruk gemaakt op Arianne. Maar nog het meest de inzet na de vuurwerkramp in Enschede in 2000, waarbij 23 doden vielen (waaronder vier brandweermannen) en 200 woningen werden verwoest. Arianne: "We kwamen 's nachts aan. Toen het lichter begon te worden zagen we pas echt wat er aan de hand was. Het was niet te bevatten. Al die verwoeste huizen, ijzeren frames van meubilair totaal gesmolten, auto's met vuistdikke gaten in het plaatwerk. Wat een geweld had hier plaatsgehad. Wij hebben gelukkig geen lichamen hoeven te bergen. Maar het maakte wel een verpletterende indruk." De confrontatie met slachtoffers is onvermijdelijk in het werk. En dat komt soms hard aan. Arianne herinnert zich nog de brand in het voormalige restaurant Het Ooievaarsnest in Oeken in 2013, waarbij twee jonge Poolse stukadoors door verbranding en koolmonoxidevergiftiging om het leven kwamen. Een aanrijding in Dieren tussen een personenauto en een vrachtwagen met drie dodelijke slachtoffers. Arianne: "Ik weet natuurlijk al die dingen nog. Je neemt ze mee naar huis. Maar ik kan er goed mee omgaan. Ik ervaar het niet als een last. En het scheelt natuurlijk wel dat je met collega brandweerlieden hierover kunt praten. Gelukkig valt er ook veel te lachen. Als we staan te hannesen om een kat uit een boom te halen bijvoorbeeld." Het brandweervrouw zijn, is voorbij voor Arianne. Ze slaagde niet voor de verplichte laddertest, waarbij de vrijwilligers volgens de vaste procedure een 30 meter hoge ladder moeten beklimmen. "Maar ik blijf wel betrokken. Met het geven van veiligheidsadviezen en het uitzetten van oefeningen voor brandweercollega's. Maar eerlijk is eerlijk: dat ik niet meer meekon bij die brand op de Brummense Markt deed wel degelijk pijn"!