Diaconie
Iedereen gaat er op vooruit dit jaar, beloofde het kabinet. Het loonstrookje zal het leren. Nu al is het feest voor sommigen voorbij.
Zutphen moet 13 miljoen bezuinigen en 'de minima' zullen het voelen. 'Leven nog soberder voor Zutphense armen', schreef De Stentor. De krant bezocht bijstandsmoeder Yvette, die voor heer zoon met ADHD zorgt, en moet vrezen dat allerlei toeslagen zullen verschralen.
De Yvettes uit de regio gaan niet in gele hesjes de straat op. Sterker nog: Hoewel ze er voor in aanmerking komen, durft nog geen tien procent van de arme mensen in Brummen, Bronckhorst, Lochem en Zutphen bij de voedselbank aan te kloppen. Ze schamen zich. Het is een schatting van de Voedselbank zelf, die aan 250 huishoudens wel een voedselpakket verstrekt.
In vrijwel alle gemeenten wordt met angstogen gekeken naar het sociale domein. De jeugdzorg slokt het geld op en er is weinig bereidheid om aan de begroting te schudden, of de gemeentebelasting te verhogen.
Net als Zutphen en Tiel, staat Brummen financieel onder curatele van de provincie. Een Zutphen-scenario is niet ondenkbaar.
In de NRC herinnert Caroline de Gruyter aan een uitspraak van Tocqueville*:
"Als burgers in een democratie niet leren elkaar te helpen vervallen ze in onvermogen.
Daarom moeten, in democratieën, verenigingen de plek innemen van de machtige lords van vroeger, die vanwege de gelijkheid van kansen uitgeschakeld zijn".
De overheid kan niet overal voor zorgen. Het moest niet nodig zijn, zeggen politici, dat mensen afhankelijk zijn van de Voedselbank.
Maar die blijkt betrouwbaarder dan de overheid. Misschien moet het particulier initiatief vaker meehelpen het armoedebeleid uit te voeren.
De diaconie, religieus geïnspireerd of werelds, doet haar werk zonder een dure bureaucratie, met minder regels en meer aandacht voor de persoon die aanklopt.
*Tocqueville († 1859), filosoof, analyticus van de democratie.