
De raad heeft ja geknikt
ColumnsCOLUMN: Zou ik voor of tegen een tankstation aan de Kwazenboschweg gestemd hebben? Ik durf het niet te zeggen. Het gaat om de vestiging van een duurzaam tankstation. Op papier oogt het ontwerp als een glazen paviljoen. De gammele benzinetank in de dorpskern van Brummen wordt er voor opgeheven.
Een voorstel tot wijziging van het bestemmingsplan Kwazenbosch om een tankstation mogelijk te maken heeft tot dramatiek in de gemeenteraad geleid. De Stentor heeft het over raadsleden in tranen, stampvoetende politici en boze schorsingen. De twee raadsleden van het CDA stemden verdeeld en wethouder Inberg trotseerde zijn eigen GroenLinkse fractie. De biologische buren van het toekomstige tankstation zijn woedend.
Ik vind het geen afgang maar democratie. De eigen verantwoordelijkheid van een raadslid gaat boven fractiediscipline. Ik zou wel eens in het hoofd willen kijken van alle raadsleden. Wie had een eigen oordeel en wie was een meeloper met de meerderheid in zijn fractie? Het ging niet om klimaatsceptici versus klimaatgelovigen. De vraag was hoe je het milieu het beste ontziet. Door handhaving van het verouderde tankstation in het dorp of door nieuwvestiging aan de rand. De bioboeren van de rondweg vrezen dat hun land besmet raakt door de uitstoot van het tankverkeer, maar hoe zit het dan met het huidige (vracht)verkeer op de Kwazenbosch?
Zo kun je doorredeneren. Het komt er op neer dat je een compromis moet sluiten tussen wens en werkelijkheid. Windmolens, hoe goed ook voor de energietransitie, zijn het dorp uitgejouwd. Horizonvervuiling en vogelbescherming waren sterker. Duurzame maar lelijke zonneparken worden mondjesmaat toegestaan. Om de historie in stand te houden mogen monumentale panden niet met zonnepanelen en dubbelglas worden verduurzaamd.
Ook in Brummen is duurzaamheid compromispolitiek. De raad heeft ja geknikt.
Muus Groot