
Brummen stevent af op miljoenen tekort
AlgemeenGEMEENTE BRUMMEN - Een dreigend tekort van gemeentefinanciën hangt (opnieuw) als een donderwolk boven Brummen. Is de gemeente nog niet zo lang verlost van het ‘preventief toezicht’ door de provincie, of nieuw zwaar weer komt er aan. Veel wijst erop dat de gemeente vanaf 2026 flink tekortkomt op de begroting. Iedereen ziet die bui nu al hangen. De een hoopt het tij nog enigszins te keren, de ander wil zo snel mogelijk maatregelen om de gevolgen op te vangen.
Het tekort op de begroting vanaf 2026 komt door een forse korting (landelijk €4 miljard) van het Rijk op de uitkeringen aan gemeenten. Bij wijze van protest heeft de VNG (gezamenlijke Nederlandse gemeenten) haar leden opgeroepen om niet-sluitende begrotingen te presenteren voor de jaren vanaf 2026. Doel: inzichtelijk maken wat de gevolgen zijn, in de hoop dat het Rijk op haar schreden terugkeert. Brummen volgt deze oproep. De Brummense meerjarenbegroting vertoont dan ook vanaf 2026 tekorten van meer dan €2 miljoen per jaar. Het college van B en W noemt 2026 dan ook een ‘ravijnjaar’, anderen spreken over een ‘rampjaar’.
Vanwege de VNG-oproep vindt de gemeenteraad het prima dat Brummen een niet-sluitende begroting presenteert. Die onderlinge solidariteit houdt echter snel op, want vrijwel niemand heeft er enige fiducie in dat het Rijk hierdoor tot andere inzichten komt. De plaatselijke politiek vindt daarom dat er snel actie moet worden ondernomen hoe de gemeentefinanciën op langere termijn op orde gehouden kunnen worden. Daarbij lijkt een rol te spelen dat Brummen jarenlang financieel onder curatele van de provincie heeft gestaan. ‘We zijn net uit een diep dal gekrabbeld,’ valt er te beluisteren. ‘We willen dat niet nog een keer meemaken.’
Het college ziet ook wel in dat ze het zich niet kan permitteren om te lang te wachten hoe de klappen vanaf 2026 opgevangen moeten worden. Op korte termijn worden de mogelijkheden op een rij gezet. Het ziet zich daarbij geplaatst voor een groot dilemma omdat het overgrote deel van de gemeentelijke inkomsten en uitgaven vastligt. Daar valt niet aan te sleutelen, zeker niet op korte termijn. Bovendien wil het gemeentebestuur ook nog ruimte houden om verschillende ambities te realiseren, zoals het verder versterken van de bestuurskracht, opgaven wat betreft klimaatbeleid, het sociaal domein, de woningbehoefte, de economische ontwikkeling en het toerisme.
Toekomstvisie
De precaire financiële situatie weerhoudt de gemeente er niet van om op korte termijn een nieuwe toekomstvisie op te stellen. Of wellicht is het juist vanwege de financiële krapte dat de gemeente zich wil bezinnen op de vraag hoe de toekomst vormgegeven moet worden. De plaatselijke politici lijken het eerst nog wel eens te moeten worden over de bandbreedte van deze discussie. De een heeft het te over de vraag ‘welke gemeente willen we zijn in de toekomst’. Dat biedt ruimte voor ambities en vergezichten. Met de financiële krapte in het achterhoofd zijn anderen geneigd de nadruk te leggen op de vraag ‘welke gemeente kunnen we nog zijn.’
Het college van B en W geeft in de begroting een bijna apocalyptisch beeld wat de gevolgen zijn van de hogere belastingen en van bezuinigingen die de gemeente te wachten staat. Het spreekt over verslechtering en verschraling van onderhoud van wegen, groen, scholen en sportaccommodaties, dalende werkgelegenheid en beperkte toegang tot sociale voorzieningen. Vervolgens voorziet het college ‘een fnuikende invloed op de gemeenschapszin en daarmee op de leefbaarheid’ en ‘het fundament onder de samenleving brokkelt af.’
Het college lijkt hiermee voor de toekomstvisie de toon gezet te hebben.